Q&A: Geldstroom

Eerste, tweede, derde of vierde geldstroom?! Hoe zat het ook alweer?

Indeling van geldstromen volgens universiteiten:

  1. Eerste geldstroom: Rijksbijdrage die rechtstreeks vanuit het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW) en het ministerie van Economische Zaken (EZ) naar universiteiten gaat (en waarin tevens een deel bestemd is voor onderzoek bij de Universitair Medische Centra (UMC’s).
  2. Tweede geldstroom: Rijksbijdrage die via NWO in competitie wordt verdeeld en om de basisfinanciering die via NWO en KNAW rechtstreeks over de onderliggende instituten wordt verdeeld.
  3. Derde geldstroom: alle overige (publieke en private) financiering, dus inclusief de publieke middelen die vanuit de Europese Unie (EU) in competitie worden toegewezen.

Indeling van geldstromen volgens UMC’s:

  1. Eerste geldstroom: de middelen van de Rijksoverheid die via universiteiten rechtstreeks worden doorgegeven aan UMC’s.
  2. Tweede geldstroom: de overige overheidsgefinancierde budgetten, zoals via ZonMw, NWO en Europa.
  3. Derde geldstroom: middelen afkomstig van gezondheidsfondsen en private instellingen zonder winstoogmerk.
  4. Vierde geldstroom: middelen afkomstig van private organisaties met winstoogmerk.

De derde geldstroom zoals door universiteiten wordt gehanteerd, is volgens de UMC-definitie dus verdeeld over de tweede, derde en vierde geldstroom.

Bron: BO Wetenschappelijk onderzoek (1 mei 2014). Ministerie van Financiën. https://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-337795.pdf

Met dank aan de Tweet van Manuela Joore: