Nieuwe vakbeweging: de besluitenlijst van Dalfsen

Vervolg van “Nieuwe vakbeweging: herkenbaar en dichtbij mensen

Definitief Besluit Dalfsen – 3 december 2011 17.00 uur

  1. De voorzitters van de leden van de FNV, bijeen op 3 december 2011 te Dalfsen, overtuigd van het blijvend belang van een sterke en moderne vakbeweging hebben besloten de verenigingen die zij vertegenwoordigen op te roepen om actief mee te werken aan het oprichten van – met als werktitel – De Nieuwe Vakbeweging.
  2. Zij zullen daartoe een commissie van kwartiermakers installeren die de opdracht heeft om op basis van geformuleerde uitgangspunten De Nieuwe Vakbeweging in te richten en een oprichtingscongres voor te bereiden dat in voorjaar 2012 moet plaatsvinden.
  3. Uitgangspunt voor De Nieuwe Vakbeweging is de diversiteit en pluriformiteit die kenmerkend is voor de huidige arbeidsverhoudingen.
  4. In deze diversiteit hebben mensen de behoefte om zich zelf te organiseren en te verbinden langs de lijnen van het werk en het beroep. Dit betekent dan ook dat de diversiteit in wensen en situaties van werkenden het uitgangspunt wordt. De Nieuwe Vakbeweging staat dichtbij mensen en is herkenbaar. Mensen met soortgelijk werk willen en krijgen ruimte en autonomie om zelf te bepalen hoe ze het werk, beroep en de arbeidsvoorwaarden vormgeven.
  5. De Nieuwe Vakbeweging heeft als ambitie om een bijdrage te leveren aan het vermogen van mensen om zich in en door hun werk te ontwikkelen tot vrije, onafhankelijke individuen. In het volle besef dat dit alleen mogelijk is indien mensen elkaar weten te vinden en elkaar weten te ondersteunen. Waar het uiteindelijk om gaat is dat mensen zich ontwikkelen naar hun mogelijkheden en zo een bijdrage leveren aan de samenleving. Door onderlinge solidariteit wil de Nieuwe Vakbeweging bijdragen aan deze menselijke waardigheid.
  6. De Nieuwe Vakbeweging heeft de ambitie een vormende kracht te zijn in deze veranderingen in de Nederlandse samenleving en daarbinnen blijvend de beroepsoverstijgende belangen te behartigen van werkende mensen.
  7. Om deze ambitie waar te maken leveren de vakorganisaties die lid zijn van De Nieuwe Vakbeweging een bijdrage aan het formuleren en het realiseren van de gezamenlijke doelen. Deze doelen zijn vijfledig: 1. Het formuleren van een agenda voor het centrale niveau: nationaal en internationaal; 2. De bevoegdheid om op centraal niveau afspraken te maken met betrekking tot sectoroverschrijdende belangen; 3. Het investeren van mensen en middelen in (nieuwe) sectoren en beroepsgroepen; 4. Het oprichten van een nieuwe vakorganisatie te faciliteren; 5. Het beslechten van domeindiscussies tussen bonden.
  8. De mogelijkheid wordt gecreëerd om rechtstreeks lid te worden van De Nieuwe Vakbeweging.
  9. Mensen kiezen zelf met welke vakorganisatie zij zich het meest verbonden voelen. Van die vakorganisatie zijn mensen lid.
  10. Het organisatieprincipe is ‘bouwen van onderop’. De beroepsgerichte vakorganisaties zijn autonoom én opereren binnen de verbindende structuur van De Nieuwe Vakbeweging. Binnen De Nieuwe Vakbeweging verbinden de vakorganisaties zich met als doelstellingen het behartigen van beroeps- en/of sectoroverstijgende belangen van werkende mensen op landelijk niveau en het faciliteren en servicen van de vakorganisaties op de manier waarop vakorganisaties dat wensen en dat willen afnemen. De bevoegdheden van De Nieuwe Vakbeweging worden door de aangesloten vakorganisaties gemandateerd.
  11. Het bestuur van De Nieuwe Vakbeweging wordt op een nader te bepalen wijze gevormd vanuit de voorzitters van de vakorganisaties. Zij besturen samen en zijn daarmee gezamenlijk verantwoordelijk voor het functioneren van De Nieuwe Vakbeweging.
  12. Er wordt gestreefd naar een zo direct mogelijke betrokkenheid van leden bij de besluitvorming binnen de vereniging.
  13. Tijdens het oprichtingscongres zullen de bestuurders van De Nieuwe Vakbeweging worden benoemd en de statuten worden vastgesteld.
  14. Het besluit tot oprichting wordt genomen door de congressen van de bij de FNV aangesloten bonden.
  15. Bij het oprichten van De Nieuwe Vakbeweging blijven de huidige verenigingsstructuren in tact. Het besluit toe te treden tot De Nieuwe Vereniging zal door iedere bond afzonderlijk in een latere fase worden genomen. De commissie van kwartiermakers zal een termijn voor de transitieperiode bepalen.
  16. De Nieuwe Vakbeweging zal een open structuur kennen. Dit betekent dat ook vakbonden die op dit moment geen lid zijn van de FNV zullen worden uitgenodigd om toe te treden.
  17. Ook kunnen bestaande of nieuwe verenigingen toetreden die georganiseerd zijn langs de lijnen: jongeren, uitkeringsgerechtigden en ouderen.
  18. Uiteindelijk zal de bestaande vereniging – na afloop van de transitiefase – opgaan in de nieuwe structuur.

via fnv.nl